Richmond

30 augustus 2014 - Richmond, Virginia, Verenigde Staten

TredegarWitte huisConfederate War Memorial ChapelRichmond is een heel rustige stad (misschien zit het Bank Holiday weekend er voor iets tussen). Er is nauwelijks verkeer. We lopen door brede lanen en 19de eeuwse wijken. Richmond is ook een studentenstad en de studentenhuizen, herkenbaar aan hun Delta-, Kappa- en Lambdatekens zijn wel al bevolkt.

Zaterdag bezochten we de Tredegar site, een oude ijzer- en staalfabriek die van levensbelang was voor de Zuidelijke oorlogsindustrie, die twee musea onder dak herbergt (één betalend, één gratis) en een openluchtmuseum waar we van figuranten wat meer uitleg krijgen over die periode. We worden door twee soldaten, een van de Union (blauwbloezen) en een van de Confederatie (grijsuniformen) ingelijfd in het leger. Wat ik dan vooral heb onthouden is dat men maar twee maal per jaar een nieuw (wollen) uniform kreeg en dat de soldaten zich maar om de drie weken 'wasten' (lees: water in het gezicht gooien) en om de drie maanden in bad gingen. Ze moesten met zes soldaten in een toch wel kleine tent slapen en men kon niet anders dan met z'n zessen lepeltje lepeltje liggen....Ik had er in ieder geval niet bij willen liggen ;).

Een andere figurant, de 'eigenaar' joseph Anderson, vertelde over de werking van de fabriek destijds. Men maakte voornamelijk kanonnen en kogels. Tijdens de oorlog werkten de vrouwen in de kruitfabriek. Zij verdienden meer dan hun mannen aan het front die slechts 11 USD per maand verdienden. De bevoorrading en ertsaanvoer was problematisch tijdens de oorlogsjaren, waardoor zelfs bronzen kerkklokken uit Richmond en omgeving werden gesmolten. Een hoogstandje was dat de pantserplaten voor de 'ironclad' CSS Virginia hier werden gegoten, het bepantserde schip bekend bij ons van de blauwbloezenstrip 'de Blauwe Groentjes' en zijn strijd tegen zijn Noordelijke rivaal, de USS Monitor.

We wandelen verder, deels langs het Richmond Liberty Trail, en stoppen voor een lunch in het Urban Farmhouse Market & Cafe. Hier een lekker broodje met producten rechtstreeks van de landbouwer met zelfgemaakte ijsthee. Na onze lunch wandelen verder richting het museum van de Confederatie. Dimitri bezoekt het museum en ikzelf ga voor de rondleiding in het 'Witte Huis' van het Zuiden waar president Jefferson Davis en zijn gezin verbleven van 1861-1865. Het huis ziet er prachtig uit binnenin. Net alsof de tijd is blijven stilstaan. Ik verneem dat het volledig werd gerestaureerd in oorspronkelijke staat. Na de gevangenneming van president Davis trokken soldaten van de Unie in het huis. Zij verkochten de gehele inboedel, zelfs de schouwen, tapijten en gordijnen. Het huis diende tot de jaren 1870 als school tot het gebouw te klein werd. 

'The United Daughters of the Confederacy' (Een stichting van dochters en nabestaanden van de geconfedereerde soldaten; de organisatie bestaat vandaag trouwens nog steeds) kochten het 'Witte Huis' eind jaren 1800, richtten het in als museum en haalden trouwens een groot deel van de meubels terug. In 1970 werd beslist om een nieuw museum er naast te bouwen en het Witte Huis in zijn glorie te herstellen. Het duurde 12 jaar, maar het resultaat mag er zijn. Reproducties van het behangpapier, vloeren, tapijten en gordijnen werden gemaakt. Er werd ijverig gezocht naar de verkochte meubels of er werden meubels uit de tijd aangekocht. Ik bewonderde het tot in het detail afgewerkte resultaat. Ondertussen begroef Dimitri zich tussen de uniformen, wapens en regimentsvlaggen (allemaal origineel, tot de veldtent van General Lee toe) in het museum. Buiten vinden we nog de aandrijfas van de CSS Virginia terug.

Op de terugweg naar ons hotel passeren we nog het parlement van Virginia, gelegen in een mooi park. We stoppen ook nog aan de allerschattigste herdenkingskapel van de Geconfereerde Veteranen, een houten kapel met enkele mooie glasramen, bijeengespaard door de veelal berooide Zuidelijke veteranen.

Aangekomen bij ons hotel is er een trouwfeest aan de gang, opgeklede gasten juichen voor het kersvers bruidspaar. De tuin is omgetoverd tot een diner- en eetgelegenheid. We denken even aan party crashen, maar besluiten dan toch maar om in het centrum iets te gaan eten. We kiezen voor 'the Tobacco Company' volgens de bloemenverkoopster voor het restaurant 'heb je Richmond niet gedaan als je niet bent gaan eten in de TC'. Het is een oud pakhuis waar jonge kortgerokte meisjes ons ontvangen. We kregen een tafel op de '2nd floor' (weetje: niet de tweede verdieping zoals bij ons, maar eerste verdiep; dus '1st floor' = gelijkvloers). Dimitri blijft trouw aan zijn roots en bestelde een trappist rode Chimay, de ober vergiste zich en we kregen een blauwe weliswaar met een 'rode' kurk. Het vlees smaakte prima tijdens ons 'romantisch dineetje' met een stevig rockbandje op de achtergrond.

 

Foto’s

4 Reacties

  1. Kurt Van Noten:
    2 september 2014
    Richmond heeft inderdaad nog prachtige plekjes, hoewel een groot deel van de oude stad aan het einde van de Burgeroorlog afgebrand is. Het Capitool, het parlement van de staat Virginia, was absoluut de moeite waard, overigens gebouwd naar een voorstel van Thomas Jefferson, founding father en 3e president van de USA. Urban Farmhouse is een mega-aanrader ook voor ontbijt. Ook lekker en zeer vriendelijke bediening in het Casa del Barcode, Mexicaanse-stijl eten en gelegen aan het water langs een van de overgebleven kanalen.
  2. Vava:
    2 september 2014
    De blog Flemings in the USA door Ellen en Dimitri is een bron van info.

    Volhouden zo we genieten ervan.

    Knuffel is OK en geniet van de Belgische zon.
    xxx
  3. Hilde:
    2 september 2014
    We reizen al lezend een beetje mee...
    Zonnige groetjes uit Hoogboom!
    Justine, Louise, Koen & Hilde xxx
  4. Walter Maes:
    3 september 2014
    Inderdaad toch weer volop mee genieten van op afstand net zoals van Argentinië. X